Tips voor verlatingsangst - Little Sleepers


Little Sleepers



Tips voor verlatingsangst

Verlatingsangst

Verlatingsangst, ieder kindje krijgt er helaas een keer mee te maken. Opeens merk je dat je kindje het liefst 24/7 bij je in de buurt blijft of huilt als je weg gaat. In deze periode kan je kindje slechter en onrustiger gaan slapen. Het is meestal een intensieve periode waarbij je niet goed weet hoe je je kindje gerust kan stellen. In deze blog leg ik je uit wat verlatingsangst is, welk effect het heeft op slaap en wat je er tegen kan doen.

De eerste signalen

Er zijn verschillende signalen die bij verlatingsangst horen, maar de bekendste is dat je kindje gaat huilen als jij weg gaat. Dit kan zijn als je uit de slaapkamer of uit huis vertrekt, maar ook als je alleen al even naar de keuken loopt. Meestal is de aanhankelijkheid bij één ouders het grootste en is dat regelmatig de moeder omdat zij het meeste thuis is in de eerste periode. Verlatingsangst valt dan ook regelmatig samen met eenkennigheid, waarbij je kindje de voorkeur heeft voor één ouder.

Wanneer start verlatingsangst

Verlatingsangst komt op allerlei leeftijden en fases voor, het kan al starten bij de leeftijd van zes maanden en sommige kindjes krijgen er zelfs al eerder last van. Hoewel de periode van verlatingsangst heel intensief kan zijn voor jou als ouder, is het eigenlijk een hele positieve eigenschap die je kindje ontwikkelt. Het betekent namelijk dat je kindje zich sterk aan jou gaat hechten. Tussen de leeftijd van 6 en 9 maanden begint je kindje unieke personen te herkennen en kan je kindje jou ook gaan missen. Tussen de leeftijd van 6 en 18 maanden is de kans op verlatingsangst dan ook het grootst, hierna zal het steeds minder worden.

Verlatingsangst kan soms van de één op andere dag starten, je ziet het niet altijd aankomen. Als ouder kan je er daardoor echt door overvallen worden en is het lastig om te bepalen wat je met de nieuwe situatie aan moet.

Verlatingsangst en slaap

Meestal gaan kindjes in periodes van verlatingsangst wat slechter slapen. Zodra je de slaapkamer uit gaat start je kindje met huilen, of je kindje wordt ‘s nachts vaker huilend wakker. Wat je hiermee doet is volledig afhankelijk van je ouderschapsstijl, maar als je het belangrijk vindt dat je kindje rustig (door)slaapt in zijn eigen bedje adviseer ik om in de slaapkamer te blijven. Blijf op een stoel of kussen naast het bedje van je kindje zitten totdat je kindje slaapt. Stel je kindje gerust door te sussen of eventueel een hand op hem/haar te leggen. Houd deze bezoekjes zo saai mogelijk, (te) veel interactie ‘s nachts zal er voor zorgen dat je kindje weer lastiger in- en doorslaapt.

Vaak zijn dit de periodes waarin slaapassociaties ontstaan zoals in slaap wiegen of bij papa en mama in bed slapen. Als je niet wilt dat dit ontstaat is het belangrijk om hier dus niet mee te starten en consequent te blijven in je aanpak. Ook kan het zo zijn dat het ritme wat wordt verschoven omdat je kindje de slaap overdag wil inhalen, het normale ritme en de rustige nachten kunnen daardoor opeens worden ontregeld.

Tips voor verlatingsangst

Hoewel verlatingsangst niet echt te voorkomen is, kan je deze fase wel wat makkelijker maken en zo hopelijk sneller voorbij laten gaan. Onderstaande tips kunnen je helpen:

  • Speel kiekeboe/verstoppertje met je kindje. Het is de perfecte manier om spelenderwijs aan te leren dat je weg gaat en weer terug komt.
  • Blijf tegen je kindje praten als je wat verder weg loopt, bijvoorbeeld naar de gang of de keuken. Zo weet je kindje dat je in de buurt bent en terug komt.
  • Geef je kindje tijd om te wennen in een nieuwe omgeving. Blijf even bij je kindje of houd je kindje op schoot als je kindje het spannend vindt. Zoek samen een leuk speeltje of spelletje uit, dat kan helpen
  • Neem naar nieuwe plekken iets vertrouwds van thuis mee, zoals een knuffel, doek of speelgoed.
  • Heeft je kindje moeite om te wennen op de opvang en laat je je kindje regelmatig huilend achter? Dan kan het e-book Slapen bij de opvang je op weg helpen.
  • Probeer overdag dezelfde tijden en lengte aan te houden van dutjes. Voorkom dat je kindje overdag te veel gaat slapen of dat er onrust ontstaat.
  • Gebruik een slaapmethode, passend bij het karakter of de leeftijd van je kindje, om je kindje rustig in slaap te krijgen.
  • Creëer een vast bedtijdritueel voor het slapengaan waardoor je kindje gaat herkennen dat het bedtijd is. Zorg er voor dat er genoeg 1-1 tijd en aandacht in het ritueel zit, bijvoorbeeld door uitgebreid te knuffelen of samen een boekje te lezen. Vaste rituelen kunnen ook goed helpen op andere lastige momenten, zoals bijvoorbeeld bij het vertrek van een papa of mama.
  • Geef je kindje veel aandacht op wakkere momenten, bijvoorbeeld na een (lang) dutje of als je thuis komt. Zorg voor fysiek contact, dus geef je kindje vooral heel veel dikke knuffels!

Blijft slapen lastig?

Als slapen langer dan een één a twee weken lastig is en het je niet lukt om de rust terug te brengen kan het fijn zijn om een afspraak met een gecertificeerd kinderslaapcoach te maken. Ik kijk graag met je mee om te bepalen wat ik voor je kan betekenen en hoe snel je resultaat mag verwachten. Maak vooral een afspraak voor een gratis kennismaking.